2016, Afrika 3, Namibië - Botswana
Door: Rob
Blijf op de hoogte en volg Rob en Sil
16 Oktober 2016 | Botswana, Shakawe
Zondag, 16 oktober Het is 6 uur en na de lunch gaan we naar het oosten, waar Bagani ligt. We volgen nog steeds de B8 langs de grens met Angola. We komen er vroeg aan en hebben genoeg tijd om ons te vermaken in het zwembad. De optie om in de rivier te gaan zwemmen, laten we achterwege. De kinderen spelen in de rivier en de vrouwen wassen zich erin, maar het bordje “danger crocodile” nemen we toch serieus. Ze worden dan ok geholpen door de nijlpaarden, die je hier heel veel ziet. Tegen het eind van de middag, gaan we de Okavango / Cubango rivier op. Dit valt nog niet mee, want ook nu is organisatie het grote probleem. Als we worden geroepen om naar de boot te gaan, hebben ze nog niet door dat er geen stoelen op staan. Deze zijn er ’s morgens af gehaald voor de ontbijt tafels……….. Maar als iemand vraagt waar we moeten gaan zitten of dat we de hele avond moeten blijven staan, gaat er een lampje branden. Dus iedereen aan dek om de stoelen over te sjouwen. Een half uurtje later kunnen we op het bootje terecht. We gaan de verkeerde kant op en wat blijkt, we moeten nog meer mensen ophalen enkele honderd meters verder op. Nu zit de boot wel heel erg vol en zijn er diverse mensen die niet op de boot willen blijven. Dus weer terug naar het begin en een tiental mensen verlaat het platform. Nou, nu kunnen we eindelijk op weg. We geloofden er eigenlijk niet meer zo in, maar de trubbelige start wordt uiteindelijk wel goed gemaakt. We varen met de stroming mee en zien heel veel nijlpaarden. Erg imposant, jammer dat we ze niet buiten het water kunne spotten. Ook een mooi gezicht als er een dozijn ogen boven het water uitkomen, die je aan zitten te kijken. Het bijzondere aan deze tocht is ook dat er een kolonie Zuidelijke karmijnrode bijeneters is genesteld langs de rivier en dat zou erg zeldzaam zijn. Het zijn er heel wat en ze hebben prachtige kleuren. De zuidelijke karmijnrode bijeneter (Merops nubicoides) is een bijeneter uit de familie Meropidae. Deze bijeneter komt voor in grote delen van Midden- en zuidelijke Afrika. De vogel is 24 tot 27 cm lang en weegt 44 tot 66 g. De verlengde staartpennen kunnen tot 12 cm lang worden. Deze soort werd vroeger als een ondersoort beschouwd van de noordelijke karmijnrode bijeneter. Deze soort is 10 tot 40% zwaarder en verschilt verder doordat de keel karmijnrood gekleurd is (in plaats van blauw), de verlengde staartpennen zijn langer en de iris is veel donkerder (bij noordelijke soort: rood). De soort broedt in Zuid-Angola, het noordoosten van Namibië (Caprivistrook) en Zuid-Zambia tot het oosten van Malawi en het midden van Mozambique. De zuidelijke winter wordt doorgebracht tot ver in Burundi en zuidelijk tot in Zuid-Afrika. Het leefgebied bestaat uit bosrijke savanne in de buurt van rivieren, overstromingsvlakten, afgesloten rivierarmen, mangrove, uitgestrekte weidegebieden met her en der bomen. Om te broeden heeft de vogel steile oeverwallen nodig langs geulen van rivieren. In Malawi wordt de vogel tot op 2200 m boven de zeespiegel waargenomen. We laten het gekrijs achter ons en varen verder stroomafwaarts. Het valt ons op dat de mensen die hier wonen gewoon in de rivier bezig zijn en dat zelfs de kinderen gewoon in het water spelen. Krokodillen en nijlpaarden maken hen niet bang. Als toetje krijgen we op de terug weg de beste zonsondergang die we ooit gezien hebben. Het begon met stoelen sjouwen en op en neer gevaar, het avond eten was koud en het management was erg slecht. Veel beloven, niks nakomen. Maar deze boot safari maakt wel weer een hele mooie afsluiter van de dag.
Maandag, 17-10-2016. De dag begint om 6.00 uur, want we moeten naar de grens met Botswana. De C48 loopt tot aan de grens en gaat dan over in de A35. Maar voordat we de grens oversteken, rijden we door het Mahango Core Area. Door kenners wordt Mahango National Park weleens genoemd als het mooiste wildpark van Namibië. Er komt namelijk een grote verscheidenheid aan flora en fauna voor. De Okavango Rivier zorgt dat er veel dieren te zien zijn (onder andere olifanten, giraffen, zebra's, leeuw, nijlpaard, etc.). De wintermaanden zijn dan ook de beste maanden om Mahango National Park te bezoeken, dan komen de dieren naar de rivier toe om te drinken. In het park komen ook veel vogels voor, met name in de zomer. Dit zorgt ervoor dat het park uniek is in Namibië. In geen ander park leven namelijk zoveel vogels. En als laatste zorgt de ligging van het park voor een rijke begroeiing. Zo staan er onder andere een paar enorme baobab bomen nabij de rivier. Mahango National Park ligt in de Caprivi Strip, tussen Bagani (de Poppa Falls) en de grens met Botswana. Voor veel toeristen is het daardoor te ver verwijderd van de overige bezienswaardigheden in Namibië. Ben je echter op doorreis van Runda naar Katima Mulilo dan is omrijden zeker de moeite waard. In het kleine park hoef je namelijk niet lang te verblijven: één dagdeel is voldoende. De grens met Botswana duurt niet erg lang, maar had veel vlugger gekund. De chef zit op z’n gemak te surfen op het internet, op zoek naar een nieuwe auto, in plaats van de rijen toeristen wegwerken. De weg is ook hier onverhard en van zand. We rijden langs de Okavango delta naar het zuiden. Net voorbij Ikoga stappen we over in een oude Magirus Deutz. Deze oude 4x4 neemt ons mee over nog slechtere wegen, waar onze bus niet doorheen komt. Dit betekent dus dat we nog verder de rimboe in gaan. De wegen zijn echt erg slecht en wij gaan tijdens de rit staan om de klappen in onze ruggen op te vangen. Als het gehobbel stopt, zijn we in een natuurlijk paradijs aangekomen: Ngumo Island Lodge. Geen wifi, geen computers en beperkte stroom. In eerste instantie zie ik paniek in de ogen van de meeste mede reizigers, maar wat blijkt, mensen kunnen toch nog steeds normaal met elkaar praten. De hoofden staan nu recht vooruit en niet naar beneden kijkend. We slapen in een hut op palen en de looppaden zijn ook allemaal op palen verhoogd. De delta zal dus wel eens overstromen. Later blijkt dat er rond de hutten nijlpaarden rond hebben gelopen en dus ook daarvoor bedoeld is. Het toilet/douche gedeelte ligt net buiten de tent. Het is dus zaak dat je alles goed opruimt. Sommigen hadden b.v. de tandpaste bij de wasbak laten liggen en de apen zagen dit als een lekkernij. Nadat alles onder gesmeerd was, waren ze weer vertrokken. We gaan een uurtje relaxen en drinken een koud pintje. Daarna gaan we met een boot de delta in. Het is 41 graden en dus hebben we ons goed ingesmeerd en iets op ons hoofd gezet. De Okavangodelta (of Okavangomoeras) in Botswana is de grootste binnenlandse delta ter wereld. Het gebied werd in juni 2014 tijdens de 38e sessie van de Commissie voor het Werelderfgoed aangeduid als UNESCO Werelderfgoed. Het was de duizendste toevoeging aan de Werelderfgoedlijst. Het gebied was ooit onderdeel van het Makgadikgadimeer, een oud meer dat 10.000 jaar geleden opdroogde. Vandaag de dag mondt de Okavango niet meer uit in zee. In plaats daarvan mondt hij uit in het zand van de Kalahari, waardoor hij 15.000 km² van de woestijn van water voorziet. Elk jaar bereikt 11 kubieke kilometer water de delta. Een deel van dit water stroomt nog verder naar het zuiden naar het Ngamimeer. Het water dat de delta binnenkomt is ongewoon puur vanwege het gebrek aan landbouw en industrieën langs de Okavango. Het water gaat door de zandgrondlagen van de verschillende delta eilanden, en verdampt uiteindelijk waarbij het enorme hoeveelheden zout achterlaat. Dit proces is zo sterk, dat de vegetatie verdwijnt in het centrum van de eilanden, en dikke zoutkorsten ontstaan. De wateren van de Okavangodelta zijn onderhevig aan seizoensgebonden overstromingen, die halverwege de zomer beginnen in het noorden, en zes maanden later in het zuiden. Het water in de delta verdampt relatief snel door de hoge temperaturen. Eilanden kunnen geheel onder water verdwijnen tijdens de overstroming, en weer opduiken aan het eind van het seizoen. We zien nu een ander soort dier, zoals de krokodil en heel veel vogels, zoals de Afrikaans Visadelaar en de grote Aigrette of de Malagite Kingfisher. In de delta is erg veel begroeid door de papyrusplant. Papyrus is een vroege vorm van papier. Het wordt gemaakt van de stengels van de papyrusplant, Cyperus papyrus en werd in de oudheid gebruikt om op te schrijven. De tekst werd bewaard als boekrol, bekend als een papyrusrol. Later werd het gebruikelijk om vellen van de rollen te snijden en samen te voegen - hier komt de moderne boekvorm, codex genaamd, uit voort. Het gebruik van papyrus begon ongeveer vijfduizend jaar geleden in Egypte en waarschijnlijk ook op andere plaatsen. Een aantal lagen, in lange repen gesneden, papyrusstengels werden dwars op elkaar gelegd, en terwijl ze nog nat zijn samengedrukt. Het kleverige plantensap fungeerde als bindmiddel. Als het blad droog was, werd het papyrusoppervlak behandeld met een soort lijm, waardoor de inkt niet ging lopen, en glad gepolijst. In een droog klimaat zoals dat van Egypte is papyrus goed te bewaren. In een klimaat met een hogere luchtvochtigheid zal papyrus gaan schimmelen. Daarom zijn de meeste vondsten van papyrus in het woestijnklimaat van het Midden-Oosten gedaan. In het natte Europa is bijna alle papyrus uit vroeger tijden vergaan. Ook het nijlpaard moet hier ergens rond hangen, maar die zien we niet. Het is hier ontzettend rustig en als de boot stil ligt, hoor je niets al het ruisen van de wind. Als we op hoge snelheid wee terug varen hebben we nog net een zonsondergang. Door de bewolking is hij niet zo spectaculair als van de week, maar toch weer een mooi moment. We krijgen nog een heerlijk diner, om vervolgens weer ons mandje in te duiken.
Dinsdag, 18-10-2016. De tent is behalve wat netten gaas gewoon open en het lijkt wel of we in de open lucht slapen. Het is dan ook wel even wennen met al die oerwoud geluiden. Maar ook met geluiden wordt het weer ochtend en na een stevig ontbijt gaan we vandaag verder de delta in. Nu we vroeg in de ochtend zijn, zien we verschillende krokodillen die door de delta glijden, hun kop net boven het golvende water. Maar ze liggen ook op de waterkant, zo stil alsof er geen leven meer in zit. Uiteraard zien we weer de Vis adelaar en de Aigrette, maar ook de slangenhalsvogel en de Afrikaanse Spoonbill. Overal zie je waterlelie en komen er bij bepaalde planten luchtbellen naar boven. Als we heel stuk gevaren hebben, stappen we over in Mokoro’s. Een mokoro is een kano voor 2 personen gemaakt van een uitgeholde boomstam. Polers (mannen) duwen de kano met een stok voort door het moerasgebied. Je moet wel erg goed oppassen en stil blijven zitten, anders kantel je zo met z’n drieën om. En je wil niet in dit water liggen poeliën. De plaatsen waar we nu doorheen varen, zijn echt smal en soms moeten we ook nog de begroeiing wegduwen. Na een uurtje komen we bij een eilandje waar we aanmeren. Rustig uitstappen en de holle boomstammen vast in het zand leggen. Vanaf hier gaan we te voet verder. Het is nu ruim over de veertig graden en we moeten dan ook blijven smeren. Onze gids laat ons termieten heuvels zien en vertelt hoe deze ontstaan zijn. Ook spelen we een huwelijks ceremonie na, waar Sil en ik als voorbeeld dienen. Ze maken van planten een ketting voor Sil en een hoedje voor mij. En dan nemen ze de plechtigheid af. Hier is het traditie dat vrouwen op de knieën gaan, dit is de eerste keer dat ik dat van mijn eigen vriendin zie en waarschijnlijk ook de laatste. Weer wat verder gelopen laten ze zien hoe ze vuur maken, alleen met behulp van dingen uit de natuur. Dan is het weer tijd om terug te gaan. We lopen naar de uitgeholde boomstammen en gaan terug naar het overstappunt. De meegebrachte handdoeken worden nat gemaakt en over de blote delen gelegd, tegen verbranding. Bij het overstappunt gebruiken we eerst de lunch, alvorens we in de motorboten gaan. Zo rond de klok van 14.00 uur zijn komen we bij de lodge aan en hebben dan tijd over om te relaxen. Nadeel is hier wel dat er geen zwembad aanwezig is. In de delta zwemmen vinden we geen optie, want we zien regelmatig krokodillen voorbij zwemmen. Dat betekent dat we weer kwaliteit tijd hebben, aangezien er hier verder niks te doen is. De apen zijn weer bij iemand in het sanitair gedeelte geweest en hebben aan de tandpasta en andere toilet spullen gezeten. De nivea en de shampoo laten ze uitgeknepen op de grond liggen en ook de tandpasta smaakt blijkbaar niet. Een gewaarschuwd mens telt voor twee. Ook achter de keuken zijn ze bezig in alle vuilnisbakken, om te kijken of er nog iets te halen valt. We doen een dutje om de tijd te doden, maar met deze hitte valt dat niet mee. Na het goed verzorgde diner zitten we nog 1,5 uur de dag door te nemen en gaan dan weer onder zeil. Het is 21.30 uur.
Woensdag, 19-10-2016. De wekker gaat om 6.15 uur. Na het ontbijt afscheid genomen van de gastvrouw en terug in de vrachtwagen naar de bus. We hebben vandaag een reisdag van 580 km. Aan de grens weer de papieren rompslomp en dan na onze 1e stop. Dit is in Divundu bij een benzinepomp / supermarkt. We hebben vanaf hier asfalt en dus kunne we goed doorrijden. We rijden door Bwabwata National Park. Bwabwata is een nationaal park gelegen in het noordoosten van Namibië. Het park is in 2007 opgericht en heeft een grootte van 6,274 vierkante kilometer. Het is gemaakt van Caprivi Game Park en Mahango Game Reserve. Bwabwata is gelegen in de regio Zambezi en Kavango East , die zich uitstrekt langs de Caprivi-strip. Het is begrensd door de Okavango-rivier in het westen en de Kwando-rivier in het oosten. Angola ligt in het noorden en Botswana in het zuiden. Het gebied is een belangrijke migratieroute van Botswana naar Angola voor Afrikaanse olifanten en een aantal andere wildsoorten. Het is een ongewoon beschermd gebied, omdat ongeveer 5.500 mensen in het park wonen. De Namibische overheid omvat parkbewoners en buren bij het plannen en beheren van het park. Ook hier zijn er genoeg wilde dieren langs de weg om te spotten. We dutten tijdens het rijden een uurtje in en voor we het weten zijn we in Katims Mulilo. Hier kan iedereen een uurtje voor zichzelf nemen. We proberen onze ansichtkaarten te versturen, maar dat lukt niet. Als we erachter zijn waar er een brievenbus is, blijkt die te ver weg te zijn. We gaan een kop koffie en een broodje scoren. Maar ook hier kletsen ze wel gezellig, maar de koffie en het broodje komt maar niet. Als ze het eindelijk door hebben, duurt het nog een tijd voordat we hebben waar we voor kwamen. We zijn wel weer het laatste in de bus……… onze eindpunt voor vandaag is Camp Chobe. Een lodge aan de Chobe River. Ook hier staan de tenten op palen voor de dieren en het eventuele water, maar laatste is nu niet van toepassing. De locatie hebben ze weer goed gekozen. Vanaf je balkon kun je zo de grazende zebra’s en kudu’s zien, terwijl je ook nog zit te genieten van de ondergaande zon. Wij gaan eerst afkoelen in het zwembad en kijken vanaf daar hoe de rode bol achter de bergen wegzakt. Na een heerlijk diner, nemen we nog een enkele pint en gaan dan door het pikkedonker naar onze hut. Welterusten.
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley