2007, Normandië
Door: Rob
Blijf op de hoogte en volg Rob en Sil
12 Augustus 2007 | Frankrijk, Le Mont-Saint-Michel
Zondag, 12-8-2007. Om 07.30 uur loopt de wekker af en we zijn meteen klaar wakker. De vakantie begint, eindelijk. Dit is de 1e keer dat we op zondag weggaan. Normaal is dat meteen op zaterdag. Het zonnetje schijnt en de temperatuur is perfect. We moeten nog wat kleinigheidjes afwerken en om 09.00 uur zijn we klaar voor vertrek. Van huis gaan we eerst brandstof tanken en dan staan de neuzen richting Normandië, Frankrijk. Het eerste stuk doen we met onze ogen dicht. A50 naar Eindhoven en dan A67 naar onze zuider buren. Op de ring E34 aanhouden en bij de Schelde tunnel niet te hard, want daar staat een flits paal. De tunnel uit is het de E17 die we volgen. Na 180 km is het tijd voor een bakkie. En bij de Total pomp nabij Nazareth stoppen we voor benzine en koffie. Sil slikt bijna een wesp in, die in de koffie aan het zwemmen was. De wesp is ongedeerd gebleven en alles is goed gekomen. Nadat we bij Lille de Franse grens zijn gepasseerd, komen we ook hier op bekend gebied. De “Autoroute du Nord” verandert van E17 bij Arras naar E15, maar hier nemen wij afslag 16 naar de D90. We nemen dezelfde route als we altijd rijden naar onze bevriende motor club in Gord Naid in Gournay en Brays. Het is een mooie afstand voor 1 dag. Het eerste stuk snelweg, zodat je de saaie km’s zo vlug mogelijk onder de wielen hebt zitten. Dan de zwierlijke weggetjes op de “route National” van Frankrijk, waar je soms in dorpjes komt, waar de buiten wereld niet bestaat. Van Arras gaat het naar Doullens en vervolgens dwars door Amiens. 35 km voorbij Gournay en Brais ligt de Seine. Jammer dat we net de laatste 20 km nog een stevige regenbui moeten krijgen. Jammer, want de rest van de dag hebben we heerlijk kunnen rijden. De Seine is een rivier in Frankrijk. Zij heeft een lengte van 776 km en een stroomgebied van 79.000 km², en ligt geheel binnen Frans grondgebied. De Seine stroomt vanaf het Plateau van Langres via Troyes, Parijs en Rouen naar Het Kanaal, waar ze haar monding heeft bij Le Havre. De voornaamste zijrivieren zijn de Yonne, de Marne en de Oise. De rivier heeft haar oorsprong ten noorden van Dijon, in een kleine vallei, gelegen op de weg van Dijon naar Châtillon-sur-Seine, een paar kilometers ten noorden van Saint-Seine-l'Abbaye. Veel is er niet te zien, behalve een beeld dat door Baron Haussmann werd geplaatst aan de voornaamste bron. Vroeger, in de tijd van de Galliërs, was hier een heiligdom, zoals alle plaatsen dat waren waar water uit de grond borrelde. De godin van deze rivier was Séquana. Het water van de Seinebron wordt verantwoordelijk geacht voor verschillende genezingen. Er werden ex voto's geofferd op deze plaats. Veel van deze voorwerpen kan men nu terugvinden in het Musée Archeologique van Dijon. We vinden een camping in het plaatsje Les Andelys. Op camping “L ‘lle Des Trois Rois” hebben we onze 1e overnachting. Onze tent kunnen we opzetten met uitzicht op het kasteel wat we wilden bezoeken. Als we ons tentje aan het bouwen zijn, komen de overburen al kletsen. Meer dronken als nuchter probeert hij ons in het “allo, allo” Engels van alles te vertellen. We krijgen ons 1e pintje en met handen en voeten komen we een heel eind. Als alles staat, krijgen we de 2e bui en komen de andere buren ook even een praatje maken. Dit zijn Hollanders. we kappen het kletsen af, want we willen voor bij de camping gaan eten. Ik bestel 2 gerechten, aangezien het niet erg veel is. We nemen ook wat te drinken me voor bij de tent. Het thuis front krijgt een sms dat we goed zijn aangekomen. De zatte overbuur komt vragen of we een pilsje komen pakken, maar in die drukte hebben we geen zin en we gaan lekker vroeg slapen. Even bij tutteren, want we zijn moe. 467 km.
Maandag, 13-8-2007. We zijn vroeg wakker, aangezien we lang geslapen hebben. We zetten koffie en daarna te voet naar het dorp kijken naar de bezienswaardigheden. We bekijken wat kerken en monumenten, eten een broodje aan de Seine en gaan vervolgens de berg op naar de ruïne van het kasteel; Château Gaillard Het kasteel is een beschermd historisch monument sinds 1862. Het stadje is ontstaan uit het samengroeien van Grand-Andely (de middeleeuwse stadskern, ontstaan op de plek van een klooster uit de 6e eeuw, gesticht door Clothilde, de vrouw van koning Clovis I) met het iets jongere, aan de rechteroever van de Seine gelegen Petit-Andely. Het stadsbeeld wordt gedomineerd door de imposante ruïnes van het kasteel Gaillard, een stevige burcht die in 1196 gebouwd werd door Richard Leeuwenhart, hertog van Normandië en koning van Engeland, met de bedoeling zijn rivaal Filips Augustus uit te dagen en hem de doorgangsweg naar Rouen via de Seine te beletten. Vandaar de naam gaillard (d.i. ondeugend). De bouw was reeds klaar na één jaar, wat Richard de uitroep ontlokte: "Wat is ze knap, mijn dochter van één jaar!". Filips Augustus waagde het aanvankelijk niet de burcht te bestormen, zo onwankelbaar leek ze hem toe. Maar toen koning Richard overleed en opgevolgd werd door zijn broer, de zwakke Jan zonder Land, waagde hij zijn kans. Eind 1203 sloegen de Fransen het beleg om het kasteel Gaillard. Toen Filips echter in februari 1204 te weten kwam dat de belegerden nog minstens voor een jaar voedsel hadden, besloot hij de stormaanval in te zetten. Het Engelse garnizoen moest zich overgeven op 6 maart. We hebben alles van het kasteel gezien als we weer terug naar de camping lopen. We gaan de rest van de middag voor de tent ontspannen. Een boekje lezen, niksen, of een dutje doen. Ook nemen we nog even een duik in het zwembad. Aan het eind van de middag nemen we de motor om boodschappen te doen in de plaatselijke supermarkt. Als we bezig zijn met het eten klaar maken, komt de Franse overbuurman met zijn “petit peut Engels”, ons weer lastig vallen. Hij is nu zelfs meer dronken als gisteren en komen we er bijna niet meer vanaf. Zijn vrouw / vriendin probeert hem slepend terug te krijgen naar hun eigen territorium, maar dit valt niet mee. Na verloop van tijd zijn ze dan toch weg en kunnen we aan de afwas beginnen. We lezen nog wat in het avond zonnetje. Het wordt vandaag weer niet laat, aangezien we morgen weer bijtijds weg willen. 470,2 km.
Dinsdag, 14-8-2007. Om 07.15 uur zijn we weer wakker. Wassen, koffie zetten, ontbijtje en alles oppakken. Het zonnetje schijnt al, dus het belooft een mooie dag te worden. Om 09.30 uur zijn we al op weg naar “Étretat”. Hier zijn de Franse krijtrotsen. Het schiet niet erg op in verband met de drukte. Heel Frankrijk wil naar de kust. We hebben zo onze 1e bui te pakken en deus gaan de regenpakken aan. Aan de kust wordt het weer droog…….. Het waait zo hard dat we de Electra Glide achter een muurtje zetten. de kuip vangt zoveel wind, dat hij helemaal staat te schudden. Op het strand gaat Sil gewoon tegen de wind in hangen, geen probleem. Étretat is een oud historisch dorpje dat ieder jaar door vele duizenden toeristen bezocht wordt. Met name de prachtige oude houten overdekte markt is een populaire bezienswaardigheid. In deze hallen zijn winkeltjes te vinden waar voornamelijk souvenirs en andere typisch Normandische producten verkocht worden. En andere bekende bezienswaardigheid is het 14e eeuwse huis “Cirie Plantefor” dat in het begin van vorige eeuw in zijn geheel in de originele staat is herbouwd.De krijtrotsen van Étretat zijn bezienswaardigheden die ieder jaar vele toeristen trekken. Met name tijdens de zomermaanden zijn er veel toeschouwers. Deze vullen de boulevard dan. De boulevard van Étretat is tevens ook een goede plek om wat te eten of te drinken. Aan de boulevard staat ook het casino van Étretat. Om deze poorten te zien moet je naar het centrum van het dorpje rijden. Van op de parking aan het strand heb je een prachtig zicht op deze wonderen van de natuur. Er zijn wandelroutes naar de Falaise d'Aval en de Falaise d'Amont. Het dorpje telt slechts 2000 inwoners maar lokt toch veel toeristen met zijn Falaisekust en de mooie kiezelstranden, die toch wel uniek zijn voor de rotsachtige kust van Normandië. We maken diverse foto’s en filmen van alles in het dorp en op het strand en eten een broodje in het pittoreske straat beeld. Als we weer klaar staan om te vertrekken, begint het weer te regenen en moeten de regenpakken al weer aan. We hebben zo’n 50 km hobbelen en stilstaan voor de boeg. De kust weg naar het zuiden is bomvol. De D940 loopt tot aan Le Havre en daar gaan we de Pont de Normandië over. De brug die over de Seine gaat. We hebben geluk dat we er niet afgeblazen worden, zo hard waait het. De Pont de Normandië, of de Brug van Normandië, is een tuibrug in Normandië over de Seine. De brug ligt op de plaats waar de Seine in Het Kanaal uitmondt. Dat is voor het estuarium van de Seine, waar de havenstad le Havre ten noorden van ligt. Ten zuiden van het estuarium ligt daar het pittoreske Honfleur. De Pont de Normandië is een onderdeel van de Franse snelwegroute A29, die langs deze twee plaatsen komt. Zij worden door de brug met elkaar verbonden. De brug is zo hoog ontworpen, dat een vrije doorvaart onder de brug mogelijk is. De Pont de Normandië is met een totale lengte van 2.143,21 m, de langste in zijn soort in Europa. De brug is na een bouwtijd van zeven jaar op 20 januari 1995 ingewijd. Op het moment van opening was het de langste tuibrug ter wereld en ook de overspanning van 856 m tussen twee pilaren was destijds ongeëvenaard. In 1999 werd in Japan de Tatarabrug gebouwd, die een grotere overspanning had dan de Pont de Normandië.
De twee betonnen pilaren hebben de vorm van een omgekeerde Y. Het gewicht van elke pilaar is 20.000 ton en de hoogte bedraagt 214,77 m. Meer dan 19.000 ton staal en 184 kabels waren nodig voor de constructie van de pilaren. De tol voor de brug is voor motoren gratis. We stoppen bij een Mac Donalds voor een kop koffie. De regen pakken gaan weer uit, want we krijgen het warm en het is droog. Maar als we net weer op weg zijn, gaat het toch weer regenen #$%^[e-38][e-38]**([e-38]*[e-38][e-38]*(*()[e-38]^^)…………….. We hebben er allebei geen zin meer in en rijden gewoon door..………… hadden we dat maar niet gedaan. Nu krijgen we het serieuze werk………….. het is goed uit kijken geblazen, want met de regen is het asfalt hier spiegelglad en de wind is stormachtig, zodat we de hele weghelft nodig hebben. Het verkeer achter ons houdt gelukkig wel rekening met ons. Als we bijna op de plaats van bestemming zijn, is het weer droog. Maar als we in de verte kijken, is het git zwart. We gaan niet voor ons doel, maar nemen de zekerheid en pakken camping “Port’land” in het plaatsje Port-en-Bessin-Huppain. Een goede keus. Het is een 4 sterren camping met overdekt zwembad. Gelukkig kunnen we net droog opbouwen en nemen dan een warme douche, voordat we in het restaurant gaan eten. Het eten was goed, maar de volgorde snappen ze niet echt. Ze brachten eerst het hoofdgerecht, terwijl we echt een voorgerecht hadden besteld. Dus het hoofdgerecht wordt weer mee genomen en het voorgerecht wordt opgediend. Jammer genoeg was het voor gerecht niet wat ik besteld had………….. dus ook dat wordt vlug weer aangepast. Gelukkig smaakt alles perfect. Als dan het hoofd gerecht weer wordt opgediend, brand Sil bijna haar handen. Dat komt dus uit de magnetron of oven. Nietemin een hoop geklungel, maar we hebben wel lekker gegeten. Als we uit het restaurant komen, regent het alweer, dus we gaan lekker slapen en zien morgen wel weer. 760 km
Woensdag 15-8-2007. We zijn weer vroeg wakker en het weer ziet er niet zo slecht uit, dus lekker ontbijten met croissants en dan gaan we toch op weg. Ons eerste adres is de “Pegasus brug”. De Pegasusbrug is een brug over het Kanaal van Caen nabij Ouistreham. De brug, ook wel bekend als de Bénouville-brug, was een van de belangrijke in te nemen doelen door de Britse 6e Luchtlandingsdivisie tijdens de Operation Deadstick voorafgaand aan de Landingen in Normandië. De brug verkreeg de naam Pegasus, omdat de Britse luchtlandingstroepen het vliegende paard Pegasus als schouderembleem hadden. De aanval op de Pegasusbrug werd geleid door Majoor John Howard. Hij had twee opdrachten: de Pegasusbrug veroveren en de brug over de Orne die 360 meter verderop lag. Hij was de leider van de eenheid die op D-day als eerste met de Duitsers in gevecht zou zijn. Voor de verovering van de twee bruggen beschikte Howard over zes pelotons van het 2e Bataljon Ox en Bucks en 30 geniesoldaten van het 249ste compagnie Royal Engineers. In het totaal namen aan deze aanval 181 manschappen deel inclusief de piloten. Deze waren verdeeld over zes Horsa zweefvliegtuigen. Het eerste steeg op 5 juni om 22:56 uur op en het laatste om 23:01 uur. Om 00:07 uur toen D-Day nog maar enkele minuten oud was vloog het eerste toestel al boven de kust van Frankrijk. Op 1800 meter werden de kabels losgegooid. Het eerste vliegtuig landde op 42 meter van de brug. De overige vliegtuigen kwamen ook zeer dicht in de buurt van de brug tot landing. De nauwkeurigheid van de landing was hiermee zeer opmerkelijk. Toen de bruggen eenmaal waren ingenomen moesten Howards mannen deze in hun bezit houden totdat zij werden afgelost. De totale actie duurde nog geen kwartier. Verwacht werd dat de tegenstand zou bestaan uit vijftig man van het Duitse bruggengarnizoen, maar er was nog niet de helft daarvan aanwezig (onder wie voornamelijk Oost Europeanen in gedwongen dienst evenals een tiental Italiaanse dwangarbeiders die in de verbunkerde manschapsverblijven sliepen). Een kleine bunker werd onschadelijk gemaakt met fosfor- en handgranaten. Terwijl een dozijn mannen van het eerste peloton over de brug rende, werden zij onder vuur genomen door een mitrailleur. Hierbij sneuvelde pelotonscommandant Den Brotheridge voordat hij aan het einde van de brug was. Hij wordt dan ook gezien als de eerste geallieerde dode tijdens een gevecht op D-day. Twee bejaarde Franse burgerwachten werden gedood door Brits vuur. De eigenaar van het voormalige café Picot (tegenover het huidige café Gondrée), die buiten stond, werd neergeschoten door een daar schuilende Duitser. We krijgen het zelfs warm en onze binnen voering gaat uit de jassen. We lopen ook nog een museum binnen, waar alles in detail wordt uitgelegd. Ook zijn er veel foto’s en staan er buiten zweef vliegtuigen geshowd. We rijden verder langs deze historische kust. Je kunt nergens kijken of het heeft wel iets te maken met deze periode. Bij “Sword Beach” gaan we ook een Brits oorlogs kerkhof bezoeken. Vooral de jonge leeftijd bij de vele gesneuvelden maakt best wel indruk. Oorlog is iets van alle tijden……………. jammer dat het zo nutteloos is. Sword Beach was de codenaam voor een van de vijf (Utah, Omaha, Gold, Juno en Sword Beach) landingszones op de kust van Normandië, waarop op 6 juni 1944 (D-day) de geallieerden landden, als onderdeel van de invasie van Europa (operatie Overlord) die het eind van de Duitse bezetting van West-Europa inluidde. Sword Beach was het meest oostelijke landingsstrand. De landing op Sword Beach was een verantwoordelijkheid van de Britse 3e infanteriedivisie en de Britse 27e pantserbrigade. Sword Beach ligt nabij Ouistreham en Caen. Het lag op ongeveer 14,5 kilometer van Caen, minder dan 16 kilometer van Gold Beach en op 6,4 kilometer van Juno Beach. De landingszone was in vier zones verdeeld: "Oboe", "Peter", "Queen" en "Roger" (van west naar oost). De landingstroepen stonden onder de Britse 1e Legerkorps, met de Britse 3e infanteriedivisie, de 27e Pantserbrigade, delen van de 79e Pantserdivisie en Britse en Franse commando’s als onderdelen. We rijden weer door en komen bij “Juno Beach” terecht bij een bunker aan het strand. Hierin zit nog een origineel kanon van destijds. Juno Beach was één van de vijf landingssectoren op de stranden van Normandië tijdens de geallieerde landing aldaar tijdens de Tweede Wereldoorlog. De sector liep van Saint-Aubin-sur-Mer in het oosten tot La Rivière-Saint-Sauveur en Courseulles-sur-Mer in het westen, en was onderverdeeld in twee secties, die Mike en Nan waren gedoopt. Juno Beach was als landingszone toebedeeld aan de Canadese 3e infanteriedivisie, de Britse 2e pantserbrigade en een eenheid commando's van de Britse Royal Marines. De vijf sectoren hadden voor de operatie de codenamen Juno, Omaha, Utah, Sword, en Gold gekregen. Juno Beach was op Omaha Beach na het zwaarst verdedigde stuk strand. De Duitse verdedigers beschikten over elf zware geschutbatterijen met 155 millimeter geschut en negen batterijen met 75 millimeter geschut. Ook waren veel mijnen gelegd. Het inleidende bombardement in de nacht voorafgaand aan de invasie richtte weinig schade aan, en de gevechten waren dan ook hevig. In de middag was het strand echter veroverd en was de Canadese derde divisie ettelijke kilometers het achterland binnengedrongen om bruggen te veroveren. Een onderdeel van het zesde Canadese pantserregiment wist als enige de doellijn te bereiken, maar moest zich wegens het ontbreken van infanterie weer terugtrekken. Aan het eind van de eerste dag waren de Canadese troepen van alle geallieerde troepen het verst opgerukt. In de avond van de volgende dag zouden zij verbinding maken met de Britse troepen van Sword Beach. Tot de eerste Canadese troepen die tijdens de D-Day invasie op Juno Beach landden, behoorde James Doohan, die later bekend zou worden als acteur in de televisieserie Star Trek. Vervolgens gaan we verder naar “Gold Beach”. Hier zijn ook de Mulberry havens oftewel “Port Winston”. Gold Beach was de codenaam van de geallieerden voor een van de invasiestranden tijdens de landing in Normandië op 6 juni 1944. Het lag tussen La Rivière en Longues-sur-Mer, was 8 kilometer breed, en was verdeeld in vier sectoren. Van west naar oost waren dat How, Item, Jig, en King. Die laatste twee waren ieder weer onderverdeeld in de subsectoren Red en Green. Gold Beach lag 24 kilometer ten oosten van Omaha Beach. Gold Beach was toegewezen aan de 50e (Northumbrian) Infanteriedivisie en de Britse 8ste pantserbrigade van het Britse Tweede Leger onder luitenant-generaal Miles Dempsey. Hun hoofdtaak was het veroveren van Arromanches (dat als plaats voor een Mulberryhaven was aangewezen) en Bayeux, en het afsnijden van de weg van Caen naar Bayeux. Daarnaast moesten de Britten contact maken met de Amerikanen die westelijk van Gold Beach op Omaha Beach landden en met de Canadezen die oostelijker landden, op Juno Beach. Mulberry was de codenaam voor een tweetal kunstmatige havens (Mulberry A en Mulberry B) die onmiddellijk na de landingen bij Normandië op 6 juni 1944, werden aangelegd. Mulberry A werd in de Amerikaanse sector bij Saint-Laurent-sur-Mer (Omaha Beach) aangelegd. Mulberry B in de Britse sector bij Arromanches (Gold Beach). Met de keuze voor de landing in Normandië was een probleem ontstaan, in het landingsgebied en de directe nabijheid waren geen grote havens aanwezig met uitzondering van Cherbourg. Dit bemoeilijkte de aanvoer van manschappen, materieel en brandstof. Naast de aanvoer over de stranden werden plannen gemaakt voor de bouw van twee kunstmatige havens, Mulberry A en B. Mulberry A kreeg een plaats in de Amerikaanse sector van het landingsgebied en Mulberry B in de Britse sector. We hebben zolang rondgeneusd nog moeten opschieten om boodschappen te doen voor vanavond. Maar hier is het “Maria Tenhemelopneming”. Een of andere feestdag en dus moeten we goed zoeken wat er nog open is. Tijdens dit zoeken raken we verzeild in een optocht, waar we bekogeld worden met confetti. Wegwezen hier en gelukkig hebben we nog net op tijd een winkel gevonden. Deze sluit ook om 19.00 uur. We staan uiteindelijk weer bij “Sword Beach”. En wat denk je? Start Sil d’r motor niet. Het contact geeft zelfs niet eens een verlicht lampje. Dat betekent dat de polen even los en vast gedraaid dienen te worden. Door aangroeiende kalk aanslag kom je op een moment dat er geen contact meer is. En dat is nu. We halen het zadel er af en reinigen de en – pool. Zadel weer terug en klaar is kees. Het euvel is opgelost en Sil start de machine. Als ik de Electra wil starten…………….. hetzelfde probleem. Hoe toevallig kan het zijn. De ceremonie begint van voren af aan, alleen dan bij mijn motor. Bij terug komst op de camping koken we binnen, aangezien het weer is gaan miezeren. Na de afwas lopen we nog even naar het strand. Als we er bijna zijn, krijgen we een serieuze plensbui. Ons kleine parapluutje kan dit niet verwerken en we zijn dan ook binnen afzienbare tijd zeikes nat. We haasten ons terug naar de tent gaan nog wat lezen en puzzelen, voordat we toch tevreden gaan pitten. 877 km
Donderdag, 16-8-2007. Vandaag hebben we een “rustdag”. We blijven iets langer liggen en gaan op ons gemak ontbijten en wat lezen. ’s Middags wandelen we naar het dorp. De heuvel af is niet zo’n probleem, maar halverwege zien we dat we op de terug weg een stijging van 18% te verwachten hebben. Eerst maar eens beneden zien te komen. We lopen het centrum door en bekijken de haven. Er is redelijk wat toerisme en het is ook mooi terras weer, dus een gezellige sfeer. Aan de overkant van het dorp klimmen we weer omhoog, zodat we een overzicht van het dorp en de haven krijgen. Ook kijken we even bij de “Tour Vauban”. Vauban (bouwmeester van vestingwerken) kwam hier waarschijnlijk tijdens zijn inspectietocht van 1686. Hij zag voor de kleine haven een rol weggelegd als toevluchtsoord voor handels- en oorlogsschepen, die het op het Kanaal op moesten nemen tegen de Engelse of Nederlandse oorlogsvloot. Hij plande een artillerietoren bovenop de kliffen om de haven mee te verdedigen. Deze werd uiteindelijk in 1694 gebouwd. Vanwege zijn hoge positie bovenop de kliffen was een hoge toren niet nodig. Hij werd slechts een meter of 7 hoog en heeft daardoor meer weg van een overdekte geschutbatterij. Er was ruimte voor vier zware kanonnen. Het conische dak is geheel van steen, bomvrij en wordt in het midden ondersteund door een zware kolom. Door die kolom was het binnen te krap voor het geschut. De toren verloor dan ook vrij snel zijn functie. In de loop van de 18e eeuw werd er vlak buiten de toren een geschutbatterij in de open lucht aangelegd. Deze kruiste zijn vuur met een nieuwe batterij die aan de andere kant van de haven op de kliffen lag. De toren werd vanaf dat moment gebruikt als kruit huis. Maar dan is het tijd voor de terug tocht. Sil d’r hart maakt over uren en onderweg moeten we even rusten. Ook de kuitspieren staan gespannen en lijken wel te gaan klappen. Maar we komen er wel en als we weer vlak lopen, zakt alle ellende vanzelf weer weg. De rest komt morgen wel. Bij de tent aangekomen gaan we toch even relaxen. Lezen en een dutje na de zware arbeid. Tijdens het eten koken horen we harde muziek en als de buiken gevuld zijn, gaan we even kijken waar die vandaan komt. Voor op de camping is van alles te doen. Een vreemde gewoonte zorgt er voor dat de mannen verkleed zijn als vrouwen en de vrouwen als mannen. Ook wordt er flink gedanst, kei gezellig. We sluiten aan. We belandden aan een tafeltje waar een Engels stel aan zit. De rest van de avond kletsen we over motoren, Harley’s en Hells Angels. Als de donderdag over gaat naar de vrijdag, is het feestje afgelopen en gaan we weer tevreden slapen.
Vrijdag, 17-8-2007. Om 08.00 uur zijn we weer wakker en vandaag gaan we weer in de regio rondrijden. Da niksen is voor ons niet zo weggelegd. We rijden eerst naar St. Laurent. Hier is een enorm Amerikaans oorlog kerkhof. Eén van de grootste Amerikaanse begraafplaatsen in het buitenland. Wereldwijd bekend vanwege de scène in Steven Spielbergs 'Saving Private Ryan', waarin veteraan Ryan de graven komt bezoeken van Kapitein Miller en de andere soldaten die hem destijds kwamen halen omdat zijn drie broers gesneuveld waren. Uitkijkend over het strand van Omaha Beach ligt het 70 hectare grote American Cemetery van Colleville-sur-Mer. Oneindig en kaarsrecht lopen de rijen met witte, marmeren kruisen over het gazon. Duizenden Latijnse kruisen met hier en daar een davidsster. In totaal 9.387 gedenktekens. Sommige kruisen met naam en toenaam; 'Theodore Roosevelt JR, Brigade General US Army, New York, July 12, 1944 Medal of Honor'. Naast dit graf ligt het graf van zijn broer Quintin Roosevelt, gesneuveld op 14 juli 1918. Het is het enige graf van de Eerste Wereldoorlog op de begraafplaats. Andere kruisen hebben een opschrift; 'Here rests in honoured glory, a Comrade in Arms, known but to God'. Het kerkhof is dermate groot dat we er zeker wel ruim een uur hebben rond gelopen. Het is onvoorstelbaar dat hier 9.387 liggen. De begraafplaats ligt op een bijzondere plek met uitzicht op Omaha Beach, waar de Amerikanen hun grootste verliezen leden. Het ziet er hier ook 200% verzorgd uit. We rijden door naar het volgende punt. Hier hebben speciale troepen ook een sterk staaltje moed laten zien op de klippen van de Franse rotsen. Pointe du Hoc is een locatie op een klip langs de Normandische kust in Noord-Frankrijk, in Saint-Pierre-du-Mont. De rots bevindt zich tussen Omaha Beach en Utah Beach. Beneden is er een smal kei strand van een tiental meter breed, daarna steekt Pointe du Hoc 30 meter boven de zee uit. In de Tweede Wereldoorlog werd dit punt bestreken door Duitse bunkers en kanonnen. De Duitsers hadden zes 155 mm kanonnen geïnstalleerd, om de landingsstranden te verdedigen. Op 6 juni 1944, bij de landing in Normandië, was Pointe du Hoc een doelwit van de geallieerden, om de bedreigde stranden vrij te krijgen van het dreigende geschut van de 155 mm scheepskanonnen. Deze moeilijke en zware missie werd toevertrouwd aan de US 2nd Ranger bataljon, onder leiding van luitenant-kolonel James Earl Rudder. 225 man zouden landen op het strand en moesten de kanonnen vernietigen. Tegenwoordig is het mogelijk Pointe du Hoc gratis te bezoeken. Het terrein is na 60 jaar nog steeds als een maanlandschap bezaaid met diepe kraters. Tussen deze kraters, die zijn veroorzaakt door beschietingen van de geallieerden, liggen nog kapotte delen van de Duitse bunkers. Enkele van deze bunkers staan nog geheel of gedeeltelijk overeind. Er is een gedenkteken en museum opgericht, gewijd aan de bloedige slag die er heeft plaatsgevonden. Het Pointe du Hoc Federal Monument, heeft een naaldvorm en is gebouwd op de schietbegeleidingspost. Het monument is volledig toegankelijk voor bezoekers. Men kan de bunker op de punt bezoek om een zicht te hebben over de zee die voor de Pointe Du Hoc ligt. Op het dak staat het monument. Er hebben werkzaamheden plaatsgevonden die de vuurgeleidingsbunker moesten beschermen tegen de erosie. Het project werd uitgevoerd door de American Battle Monuments Commission en kostte 4.375.000 dollar. We gaan hier ook naar museum waar nog veel spullen liggen van mensen uit de kampen in Dachau. Ook zijn hier echt gedragen kleren te bezichtigen, wat het wel erg realistisch maakt. We volgen de route national N13 naar het westen en komen dan bij Sainte-Mère-Eglise. Sainte-Mère-Eglise werd op 6 juni 1944 bevrijd door luchtlandingsdivisies van de 82ste divisie, en was de eerste bevrijde stad van de invasie. Het was een belangrijk dorpje voor de invasie, want het lag midden op de weg die de Duitsers zouden nemen voor een tegenaanval tegen de mannen op Utah Beach. Er staat nu nog steeds een museum gewijd aan de parachutisten. Ook hangt er aan de kerk een parachutistenpop. Dit is een gedenkteken voor de parachutisten en voor de parachutist John Steele die met zijn parachute aan de toren is blijven hangen . Daarbij is hij onder vuur genomen door de Duitsers en in zijn voet geraakt. Hij heeft het overleefd door zich dood te houden. Dit verhaal is ook terug te vinden in de film “The longest day”, met Sean Connery, John Wayn, Red Buttons, Henry Fonda en Robert Mitchum. In de buurt van Utah Beach komen we op de 'Voie de la Liberté 1944' of de ‘Weg van de Vrijheid 1944’. Die volgt de indrukwekkende opmars van het Amerikaanse Derde leger onder leiding van generaal Patton. De Fransen maakten er in 1947 een soort toeristische route van. De weg loopt van Utah Beach / Sainte-Mère-Église over een afstand van 1.145 km naar Bastogne in de Belgische provincie Luxemburg. Om de kilometer staat er een betonnen of kunststof paaltje dat de weg markeert. Vóór het Hôtel de Ville van Sainte-Mère-Église staat kilometerpaaltje 0; in Bastogne staat paaltje 1145. Het gedeelte van de weg Utah Beach - Sainte-Mère-Église begint aan het strand met de monumentale kilometerpaal 00. 'Michelin' bracht al in 1947 een wegenkaart op de markt met daarop de hele route. De kaart werd enkele jaren geleden opnieuw uitgegeven in een reprint van de oude versie. Ook deze versie was in een mum van tijd uitverkocht. We rijden over dezelfde N13 terug naar La Cambe voor nog meer indrukwekkend oorlogs leed. De begraafplaats van La Cambe ligt in de buurt van Omaha Beach. Met ongeveer 21.200 graven is het de grootste en meest bekende Duitse militaire begraafplaats in Normandië. In tegenstelling tot de geallieerde begraafplaatsen is de aankleding eenvoudig en sober, een sereniteit die oproept tot het leven in vrede. In totaal liggen in Normandië 80.000 Duitse soldaten begraven. Sommige soldaten stierven al vóór de Slag van Normandië, een aantal in gevangenschap daarna. De La Cambe begraafplaats dateert uit de zomer van 1944, toen het Amerikaanse leger twee tijdelijke begraafplaatsen aanlegde op het slagveld in de buurt van het dorp La Cambe, één gereserveerd voor Amerikaanse soldaten, de andere voor de Duitsers. Na de oorlog besloot de American Battle Monuments Commission om de overblijfselen van de Amerikaanse soldaten bijeen te brengen op de begraafplaats van Saint-Laurent-sur-Mer. We hebben genoeg ellende gezien voor vandaag en gaan langs de supermarkt om het avond maal in te kopen. Na het eten is het ontspannen geblazen. We kunne nog even buiten zitten lezen of niks doen. Sil ligt al in haar slaapzak als de Engelsman even komt vragen of we mee gaan kijken naar het vuurwerk. Maar als Sil in haar mandje ligt, komt ze er echt niet meer uit, tenzij de tent in brand staat. 1020 km.
Zaterdag 18-8-2007. We gaan vandaag wel verder, maar we hoeven ons niet te haasten. Rond 10.30 uur zijn we klaar voor vertrek. Het weer is aangenaam om te rijden, alleen waait het nogal hard. In het dorp gaan we rechts af de D6 op richting Bayeux. We nemen de rondweg om vervolgens de afslag naar D572 te pakken. Een lekkere route over het Franse platte land en door het Cerisy bos. Het bos van Cerisy, ook bekend Balleroy bos is een bos van 2.127 hectare beplant met beuken en 75% van het grondgebied, gelegen in de departementen Frans van Calvados en Manche . Sinds 1976 is ze een nationale natuurgebied wordt beheerd door de National Forestry Office (ONF). Zijn interesse ligt in de aanwezigheid van een ondersoort endemisch aan goudglanzende loopkever : golden goudglanzende loopkever beschermd op nationaal niveau. Ook in Saint-Lô pakken we de rondweg, om vervolgens de kleinere D wegen te nemen. De D38 en D13 brengen ons naar de kust bij Brèvile-sur-Mer. We komen al aan om 14.30 uur op de camping aan, waar we 3 nachten blijven staan. Morgen is het zondag, dus we moeten wel enige zaakjes regelen. Nadat de tent staat, doen we boodschappen voor 2 dagen en zorgen dat de tanks gevuld zijn. De motoren trekken wel erg veel aandacht op de camping en er worden dan ook diverse foto’s van gemaakt. Na het eten zitten we wat rond te gluren, een boekje lezen en een puzzeltje invullen. En als de ogen zwaar worden , houden we het voor gezien. 1156 km.
Zondag, 19-8-2007. Het heeft bijna de hele nacht geregend en we zien er een beetje tegen op om op te staan. Maar we willen naar Mont-Saint-Michel. Rond 11.00 uur hobbelen we met heel veel andere toeristen die kant op. De Mont Saint-Michel is een klein, rotsachtig getijdeneiland in Frankrijk gelegen in een grote baai aan de monding van de Couesnon. Het granieten massief van de Mont Saint-Michel is bekroond met een middeleeuwse abdij. Op de torenspits van de abdijkerk staat sinds 1898 een beeld van de heilige Michaël dat honderdzeventig meter boven de baai uitsteekt. Het eiland ligt ongeveer 1 kilometer uit de kust bij de plaats Avranches in Normandië. Het is oorspronkelijk een getijdeneiland: het was over land bereikbaar bij laagwater, maar bij hoogwater was het omringd door water. Tegenwoordig loopt er een smalle brug, met pendeldienst, naar het eiland. De Mont Saint-Michel, met zijn trapstraten, is alleen toegankelijk voor voetgangers. In 1979 werd de Mont Saint-Michel met abdijcomplex en de omliggende baai uitgeroepen tot werelderfgoed door de UNESCO. De Mont Saint-Michel is de derde toeristische site in Frankrijk na de Eiffeltoren en het Kasteel van Versailles, met jaarlijks meer dan 3.500.000 bezoekers. Het is gelukkig niet erg ver weg en wij kunnen met de motoren langs de file van auto’s rijden. Ook hebben we de mogelijkheid om onze machines voor aan te parkeren. Van een afstand is het een immens gezicht en zeer zeker de moeite waard om te bezoeken. Veel winkeltjes en smalle straatjes en een hele mooie kerk, waar net het laatste deel van een mis bezig is als wij binnen komen. We hebben de hele middag rond gekeken op het eiland en is het droog gebleven. Verdomd dat het niet waar is, maar als we willen gaan, begint het net te regenen…………… pakken aan en we zien wel. Om 16.30 uur zijn we terug op de camping en zoals het al de hele vakantie gaat, stelde de regen niet zo heel veel voor. Eigenlijk mogen we nog niet mopperen, want als je de wolken ziet zou je een orkaan verwachten. Misschien is het maar goed dat het zo hard waait. We eten wat lekkers in het restaurant op de camping en blijven daar wat hangen. 1278 km.
Maandag, 20-8-2007. Het is vannacht begonnen met regenen en het houd niet meer op. We hebben de hele dag in de tent gezeten en alleen er uit geweest om te pissen. Klote weer en klote dag.
Dinsdag, 21-8-2007. We zijn om 07.30 uur opgestaan, maar het is nog steeds klote weer. We drinken eerst koffie en gaan dan, met de regenpakken aan, alles oppakken. Hier moeten we echt wegwezen, want de voorspellingen beloven ook niet veel goeds. We zoeken zo snel mogelijk de snelweg naar Caen op. Het wordt steeds slechter. We durven niet tussen de vrachtwagens uit te komen, omdat we bijna niets zien. Er zijn zelfs stukken bij waar we op goed geluk met het verkeer mee rijden. Zo volgen we de A13 naar Rouen, waar het zelfs droog wordt. We moeten naarstig op zoek naar een Harley dealer, aangezien mijn remlicht niet meer werkt. Het relais is kapot. Na controle zie ik dat het start relais hetzelfde is en als de motor loopt, wissel ik ze om. Remlicht is toch wel belangrijk. De route is in principe erg mooi, maar we hebben nu minder oog voor het Nationale Park Oise-Pays als dat normaal het geval zou zijn geweest. Twee regionale nationale parken (PNR) bevinden zich in Val d'Oise: Het Nationaal Regionaal Park van Vexin Français in het westen en het Nationaal Regionaal Park van de Oise - Pays de France naar het noordoosten. Door hun charter, zijn deze regionale natuurparken gericht op de ontwikkeling van hun grondgebied te controleren en te voldoen aan de volgende onderwerpen: 1. Het behoud en beheer op lange termijn van hun natuurlijke, culturele, landschappelijke en historische erfgoed. 2. De bevordering van een economische ontwikkeling met respect voor het milieu en erfgoed. 3. De ontwikkeling van het toerisme op basis van natuur en cultuur, terwijl mensen bewust te maken van de omgeving en erfgoed. We rijden tot aan Creil tot we een dealer hebben gevonden. Nu is het probleem snel verholpen. Uiteraard lopen tijdens het wachten even door de winkel en blijven er enkele shirts en een vest aan onze vingers hangen. Dan vlug weer door en in Compiegne gaan we rechts af en vinden in Atichy de camping de lÁigrette. We krijgen een plekje aan gewezen en gaan meteen onze bungalow bouwen. Het is al aan de late kant, dus we moeten opschieten. We moeten nog boodschappen doen voor het avond eten……….. als we bij de Ïnter-Marche” aan komen waar we straks getankt hebben, is die al gesloten. We rijden nog even de andere kant op, maar ook hier is alles dicht. Dat wordt dan uit eten gaan. Ook dat valt niet mee. Na 4 keer op en neer te zijn gereden, komen we bij de afslag van de camping gelukkig nog iets tegen dat wel open is. Het eten was niet zo bijzonder, maar na 480 km op 2 croissants te hebben gereden, smaakt alles. We zijn om 21.00 uur terug bij onze slaapplaats en gaan nog even douchen. We kunnen nog even buiten zitten , maar we zijn best wel moe en dat duurt dus ook niet lang. 1750 km.
Woensdag 22-8-2007. Het heeft de hele nacht weer geregend, dus we blijven zo lang mogelijk liggen. Om 10.30 uur komen we er dan toch maar uit. Het is nog steeds flink bewolkt, maar wel droog. Als we ons aan het wassen zijn, komt de eigenaresse onze bestelde croissants aan de tent brengen. Wat een service. We gaan op ons gemak ontbijten. Voor de verandering gaat het weer regenen. We hebben voor de 2e keer de hele dag in de tent gezeten en beginnen hier echt van te balen. Een telefoontje naar Nederland leert ons dat het qua mooi weer beter toefen is in Duitsland. We zitten de dag uit en gaan al enige dingen inpakken die we niet meer nodig hebben. We eten ’s avonds een soepie en proberen toch wat te relaxen.
Donderdag, 23-8-2007. Het is 06.30 uur als Sil wakker wordt. We horen geen getik op het tentdoek en dat is voor ons een teken om op te staan en de boel te gaan inpakken. het is zwaar bewolkt en dus doen we toch de regen overalls aan, want je weet maar nooit. We hebben al wel wàt geleerd in deze vakantie. Om 09.00 uur zijn we op pad richting “Der Alte Schmiede” in Daun Duitsland. Het blijft droog en daarom besluiten we om toch maar een mooie route te rijden door de Franse Ardennen. Mooi rijden kun je hier wel. Bij een Mac Donald stoppen we even voor een versnapering en dan weer door. In Luxemburg gaan we uiteraard benzine tanken, want hij is nergens goedkoper als hier. Als we de motoren aan de kant hebben staan, zien we dat er een gesp van de zadel tassen los is. Dat is erg raar, aangezien er snel sluitingen op zitten. Bij nader onderzoek blijkt dat onze zonnebrillen en radio gestolen zijn. Wat een klootzakken. Maar we zijn allang blij dat het fototoestel en de video camera er nog zijn. Hoe gek het ook mag zijn, nu gaat de zon schijnen. Net nu we de brillen kunnen gebruiken…………. Om 16.30 uur zijn we in Daun en hangen we alles uit om te drogen. Lekker douchen, een boekje lezen en relaxen maar. Dat hebben we de laatste dagen wel gemist. Op deze motor camping mag je gratis met je tentje staan, zolang je maar binnenshuis eet en drinkt. Dat is niet zo’n probleem, want koken hebben we vandaag echt geen zin meer in. Dus een rumpsteak voor Sil en een snitzel voor mij, maakt dat de honger over is. Een pilsje of wat is voor het afblussen. We raken aan de praat met een Engelsman die op zijn kornuiten zit te wachten en van hieruit naar een treffen in Slovenië gaan. Na verschillende telefoontjes blijkt dat zijn maatjes in Luik zijn blijven steken. We nemen er samen nog een en gaan dan lekker slapen. 2150 km.
Vrijdag , 24-8-2007. We zijn om 10.45 uur op en……… de zon schijnt eindelijk. Lekker ontbijten en een boekje in het zonnetje. Nu is hij zelfs zo warm dat Sil de schaduw op zoekt. Dan wordt het tijd om een ommetje te gaan rijden. Kunnen we ook eens de zomer doorwaai jassen aan. We pakken de kleinste weggetjes en het is hier schitterend. We stoppen nog even bij een dierentuin, maar daar is het al te laat voor en komen morgen terug. Onderweg pakken we een broodje en ik ga ook nog een keer zomer-rodelen. We moeten ook nieuwe zonnen brillen kopen, aangezien we die nu hard nodig hebben. Bij terug komst op de camping wederom een boekje in het zonnetje en op z’n tijd even indutten. Na de douche wordt het ook wat drukker op de camping, met een complete Gold-Wing kermis. We eten vanavond weer binnen, zoals er van ons verwacht wordt. Nadat onze buiken zijn gevuld, belanden we aan de bar bij ene John. John is een 62 jarige zijspanrijder en ook een verwoed treffen rijder. Dit blijkt ook wel als we erachter komen dat we heel veel dezelfde mensen uit dat wereldje kennen. We hebben genoeg gesprek stof voor een hele week, maar om 01.00 komt de man met de grote hamer en gaan we maar naar bed……….. 2297 km.
Zaterdag, 25-8-2007. Om 07.00 uur klinkt het geluid van bouwvakkers met hun gezaag en getimmer……. 8[e-38](^%^[e-38]*^$#$^[e-38]*()*) we blijven toch nog liggen en om 09.30 uur staan we toch maar op. Het zonnetje schijnt vrolijk aan de hemel en we gaan op ons gemak ontbijten. Hier hebben we nog even extra tijd nodig om wat te kletsen, maar dan gaan we toch echt naar de dierentuin in Gondorf. Het is wel leuk wandelen in dit park, maar het is zo heet dat de meeste dieren zich niet laten zien. Het grote beren paradijs was helemaal niet zo groot. We hebben 2 beren gezien en die waren zelfs te lui om te bewegen voor berensnoepjes. Als we alles hebben gezien, gaan we met de rodelbaan weer terug naar beneden en besluiten om terug te gaan naar de camping. Het weer zorgt er voor dat ook wij niet zo heel erg veel bewegen, het blijft bij een boekje lezen en wat dutten. Ontspannen heet dat geloof ik. Als iedereen weer terug komt van het motorrijden, wordt het weer gezellig rumoerig. Lezen heeft verder geen zin meer en dus gaan we eerst douchen en daarna eten. John is ook weer terug en we gaan het gesprek van de vorige avond afmaken. Dit neemt wederom de hele avond in beslag. 2397 km.
Zondag, 26-8-2007. We staan vandaag bijtijds op, want we vertrekken weer. Ontbijten, opruimen en adressen uitwisselen met John. Hij wil volgend jaar naar ons treffen komen. Om 11.30 uur gaan we dan op weg. We hobbelen op ons gemak naar Luxemburg, waar we in Bollendorf een camping met zwembad vinden. Tentje bouwen en lekker even zwemmen. Maar dan komen we erachter dat we in het naseizoen beland zijn. Op de camping is alles gesloten (winkeltje, snackbar). We mogen toch nog even kijken of er nog iets bij is en zo eten we vanavond spaghetti en soep. We gaan nog even terug naar de benzinepomp om wat te snaaien te halen. Terug bij de tent lekker relaxen in de zon en dan wat eten. Daarna gaan we een kaartje leggen. Ik blijf maar winnen en als het te donker wordt, dan gaan we maar plat. 2490 km.
Maandag, 27-8-2007. Om 08.00 uur komt de bakker langs op de camping, dus wel even er uit om broodjes te kopen. Daarna nog even terug tot 09.30 uur. Het weer zou vandaag nog goed zijn, maar dan weer verslechteren. Als we zitten te ontbijten, zijn we het eens om het slechte weer niet af te gaan wachten. Ik heb last van mijn schouder , we hebben deze vakantie gezien wat we wilden zien en regen hebben we meer dan genoeg gehad. Dus we gaan vandaag lekker weer naar huis. Nadat alles opgepakt is, gaan we om 12.30 richting Nederland. Het zonnetje probeert nog wel door de bewolking te komen, dus misschien hebben we wel geluk en komen we droog aan. Om 16.30 uur zijn we al op ons thuis honk en hebben we geen regen meer gehad. Terwijl we staan af te pakken, komt Marcel even kletsen. Vanavond de schoonouders en dus koken we iets makkelijks. Friet met een fricandel speciaal. Maar eerst douchen en de 1e wasmachine aan het draaien maken. ’s Avonds hebben we lekker buiten kunnen zitten. 2772 km.
Al bij al hebben we wel een mooie vakantie gehad, alleen erg veel regen. Normandië is de moeite waard om een keer te gaan bekijken. Tot volgend jaar maar weer.
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley