1998, Oostenrijk - Italië
Door: Rob
Blijf op de hoogte en volg Rob en Sil
09 Augustus 1998 | Italië, Venetië
Maandag 10-8-1998 Om 8.00 uur zijn we weer uit de veren en het zonnetje doet al flink z’n best. Koffie en inpakken, zodat we om 10.30 uur weer op weg zijn richting München. Net na de middag rijden we Oostenrijk binnen en verlaten we de snelwegen. We stoppen bij een plaatselijke Spar en kopen wat broodjes met beleg om de honger te stillen. Het kwik stijgt weer tot 31 graden en maakt het wederom tot een hete dag. De hoogte van de Achenpas en het water van de Achensee geven enigszins wel wat verkoeling, maar niet genoeg. We rijden daarom een klein weggetje in naar boven, waar we uitkomen bij een waterval. Meer mensen hebben deze manier van verkoeling gevonden, want we zijn echt niet de enige. Je kunt er ook een wandelpad volgen, maar dat laten we maar voor wat het is. Ook aan de waterkant zitten in een gordijn van waterdruppels komt ten einde en we rijden weer verder naar ons eindpunt voor vandaag. Dit wordt camping Ziller-Häusl in Kaltenbach. ’s Avonds hebben we de vrouwen aan het werk gezet en spaghetti laten koken. Na het eten maken we nog een wandeling om het eten te laten zakken en terwijl de Sil en Annie even uitrusten, lopen Fuck en ik nog even verder naar boven naar een waterval. Als we terug zijn, gaan we douchen en nemen nog enkele versnaperingen in het cafè bij de camping. Maar om 00.30 uur gaan we dan toch het mandje weer in.
Dinsdag 11-8-1998 Om 08.30 uur staan we al weer op en gaan we na het ontbijt weer aan het verhuizen. 10.30 zijn we weer op weg naar de Gerlos-pas. Annie heeft haar Harley Davidson Softail nog niet zo lang en bij de eerste haarspeld bocht gaat ze dan ook bijna tegen de rots wand leunen. Ok, dus even rekening mee houden. Maar deze berg is een goede les en al vlug gaat het veel beter. Bij de Krimml watervallen stoppen we even, want dit is echt wel een toeristische attractie. Wat een water komt hier naar beneden. De Krimmler Wasserfälle is met een totale hoogte van 380 meter de hoogste gefaseerde waterval van Europa. De waterval ligt vlak bij het dorp Krimml in Oostenrijk in het nationale park Hohe Tauern. De waterval komt voort uit de Krimmler Ache die aan het einde van het hoog gelegen Krimmler Achendal in drie fases naar beneden stort. De bovenste fase heeft een val van 140 meter, de middelste 100 meter en de laagste weer een val van 140 meter. De Krimmler Ache stroomt dan in de Salzach, een zijrivier van de Inn die in de Donau uitmondt die uiteindelijk eindigt in de Zwarte Zee. Aangezien de temperatuur ook nu weer boven de 30 graden komt, zitten we weer in een sluier van water druppels. En ook nu genieten we hier extra van. Onderweg stoppen we nog bij een Spar en kopen wat broodjes en ons avondeten. Na +/- 110 km zijn we aangekomen bij Fuchs. Dit is vlakbij de Gross-Glockner. op camping Lampenhäuesl hebben we een plaatsje gevonden en in no time zitten de tentstokken weer in het doek en staat deze weer overeind. Ook hier is een zwembad en daar duiken we dan ook eerst in. In het begin van de avond gaan we uit eten in het restaurant, maar waar blijft de bediening ?? Er komt niemand en we besluiten na een half uur om maar naar een ander restaurant te gaan………….. raar……... Iets verder in de straat zit een restaurant met een plaat “Biker wilkommen” voor het raam. Gelukkig hier worden we als gewone mensen beschouwd. We hebben er heerlijk gegeten en op het laatst krijg ik nog een bierglas cadeau voor de verzameling. Als die maar heel thuis aankomt. Na het wijntje en het bier, gaan we rond 22.00 uur dan toch voldaan naar onze tent. Welterusten.
Woensdag 12-8-1998 Het is om 09.00 uur weer dag voor ons en Fuck heeft al ontbijt gehaald. We kunnen dus meteen aanschuiven. Als we aangevuld zijn, kunnen we op pad. Vandaag gaan we naar de Großglockner. De Großglockner is met een hoogte van 3798 meter de hoogste berg van Oostenrijk, gelegen in de Hohe Tauern. Hier ontspringt ook de Pasterze-gletsjer. De berg is onder andere bereikbaar via de Großglockner Hochalpenstraße, die vanaf Zell am See via Bruck richting Heiligenblut loopt. De hele rit van de camping tot aan de top is een feest van bochten, stijgingen en dalingen. Ook leveren de uitzichten over deze prachtige omgeving hier natuurlijk een hele grote bijdrage aan. De hemel is wolken loos en de temperatuur meter blijft steken op 28 graden, wat maakt dat meer mensen dezelfde gedachten hadden als wij. Uitkijkend over deze slingerweg, is het dan ook erg mooi om al die kleine mini motortjes naar boven en beneden te zien gaan. En het geluid maakt dan alles af. Boven aan gekomen zijn er natuurlijke de nodige commerciële vaardigheden en is er een drukte van belang. We trekken onze motor kleding zoveel mogelijk uit en geeft ons een charmant uiterlijk. Legerkisten met een korte broek er boven…… mmm … romantisch. We gaan met een met een gesloten liftje naar beneden. Het eindpunt was 15 jaar geleden de bovenkant van de gletsjer. Nu ben je op de helft….…. Wil je er nog van kunnen genieten, moet je vlug zijn. We staan voor het eerst op een gletsjer en de temperatuur voelt meteen anders aan. Na wat op en neer gewandeld, hebben we het weer gezien en beginnen we aan de marteling naar boven. Mon-djeu, we hebben een conditie van lik-me-vestje……….. da’s andere koek. Na eindelijk boven aan gekomen te zijn, doen we nog een investering in de plaatselijke souvenirs winkel en dan is het tijd voor een broodje. Als we terug op de camping zijn aangekomen, hebben we maar 84 km gereden, maar toch lekker de hele dag over gedaan. We doen nog even een inspanning om later aan restaurant “La Tente” ons avond eten te nuttigen. Daarna zakken we achterover en gaan lekker met z’n allen zitten tutteren aan het bier, wijn en de whisky. We hadden nog wat bezoekers uit Tsjechië en hebben leuk gebabbeld samen. Maar als het dan toch wat later wordt, slaat de alcohol toe. Fuck wil vertellen dat we vandaag in een lift naar de gletsjer zijn afgedaald, maar als je vertelt wordt dat je met een “alligator” in plaats van een “elevator” bent afgedaald, ga je wel gek kijken. Tijd om het tentje aan de binnen kant te gaan bekijken. Wel gelachen om de gezichten van die gasten.
Donderdag 13-8-1998 Als wij om 08.00 uur opstaan, heeft Fuck alweer broodjes geregeld. Wel makkelijk. Vandaag gaan richting Kaprun. De waterkrachtcentrale en stuwmeren van Kaprun zijn van grote historische betekenis voor niet alleen de Hohe Tauern regio maar ook voor heel Oostenrijk. Ze zijn wereldberoemd en behoren tot de meest imposante bouwwerken van het National Park Hohe Tauern. Het complex is te bezichtigen van begin juni tot midden oktober. In 1955 werd de waterkrachtcentrale van Kaprun voltooid als onderdeel van het Marshall plan dat Europa moest helpen met de wederopbouw na de Tweede Wereldoorlog. Bijzonder aan de stuwdammen is vooral hun hoge ligging. De drie enorme stuwdammen die deel uit maken van de waterkrachtcentrale in Kaprun liggen allen hoger dan 1.600 m boven de zeespiegel. Dit levert prachtige plaatjes op. Onder aan de berg blijven onze fietsen staan en gaan we met een bus naar boven. Een goed idee, als je ziet hoeveel plaats je in de tunnels hebt en het water wat er door heen stroomt. Daarna komen we bij een soort van platform, die ons verder naar boven brengt tot aan 2040 meter. Hier volgt dan weer een kleine rit met de bus. Genietend van het uitzicht lopen we boven over de immense dam rond, onder het genot van een ijsje. Rond 15.00 uur wordt het donkerder en bewolkt. Tijd om terug te gaan naar de camping, ook al hebben we vandaag maar 50 km gereden. Onderweg krijgen we al de eerste spatjes en bij Zell am See is de weg al zeiknat. De camping is nog zo’n 15 km en daar aangekomen is er niks aan de hand. Een uurtje later weten we precies wat een Oostenrijkse regen bui in kan houden. Ik ga een extra zeiltje spannen om te kunnen koken en eten. Restaurant “La Tente” heeft een crisis situatie. We blijven de rest van de avond bij de tent zitten en leggen een kaartje.
Vrijdag 14-8-1998 Na een ontbijtje zijn we aangereden naar Saalfelden voor een potje Somer Rodeln. We kijken eerst de kat uit de boom en zijn dan van mening dat we dat zelf beter kunnen. Annie blijft half weg steken en houdt zo Sil tegen, maar de bikkels kunnen er wat van. Zeker niet remmen in de bocht………….. o,o, beter toch gedaan, want nu liggen ze er langs…… wat resulteert in diverse schaaf plekken. Ai, au, toch niet zo’n grote bikkels als we dachten. Daar staan we dan bij de eerste hulp post. Schrijnt wel heel erg en een afkoelend zalfje met een pleister is dan ook zeer welkom. We rijden maar vlug aan richting Taxenbach. In het midden van Salzburg, aan de rand van het National Park Hohe Tauern ligt het plaatsje Taxenbach. Daar vindt je de Kitzlochklamm. Gedurende duizenden jaren heeft de rivier de Rauriser Ache zich een weg naar beneden gebaand door het gesteente. Het resultaat is een gigantische kloof die voor het publiek toegankelijk is gemaakt door middel van plankieren en trappen. De Kitzlochklamm is tevens een ideale locatie voor rafting en canyoning (mix van wandelen, abseilen, klimmen, watervalspringen en zwemmen). Na een stevige klim met een temperatuurtje van 28 graden is het mooi geweest met onze training en gaan we terug naar de camping. Maar voordat we aankomen, doen we nog eerst wat boodschappen. Verder doen we vandaag niet veel meer: eten koken, afwassen, kaartje leggen en dan slapen; welterusten.
Zaterdag 15-8-1998 Bij het ontwaken is het alweer een mooie dag. We breken de boel weer af en gaan vandaag de grens over naar Italië. We hebben de Großglockner al bereden en dus nemen we een andere mooie route. We kiezen voor de Bundesstraße 167 door het Gasteinertal richting het zuiden. Wat blijkt……………. deze weg stopt bij Bõckstein en daar moet je op de trein. Voor motoren is dit natuurlijk wel iets anders en daar hebben ze een lege wagon voor. Tijdens de 8,5 km lange rit door de Ankogelgruppe, moeten we gewoon op de motoren blijven zitten. De Ankogelgroep is een berggroep aan de oostkant van de Hohe Tauern, een hoofdgroep van de Centrale Alpen. De groep ligt in de Oostenrijkse deelstaten Salzburg en Karinthië.De Ankogelgroep vormt samen met de Goldberggroep, de Glocknergroep, de Schobergroep, de Kreuzeckgroep, de Granatspitzgroep, de Venedigergroep, de Villgratengroep en de Rieserfernergroep de hoofdgroep van de Hohe Tauern. De Ankogelgroep is de meest oostelijke van deze groepen, oostelijk ervan beginnen de Niederen Tauern. Naamgever van de groep is de Ankogel (3252 m), de hoogste top is echter de Hochalmspitze (3360 m). Als we aan de andere kant aankomen, moeten we nog uit de wagon zien te komen. Je kunt er namelijk maar aan 1 kant in komen…………….. achteruit er uit is geen optie, dus moeten de motoren om gedraaid worden. Nou, da’s een heel gedoe. De wielbasis van de Harley’s zijn dermaten dat het passen en meten wordt. Eindelijk zijn we van de trein af en kunnen we verder. Voordat we aan de Italiaanse grens zijn eten we nog wat, wat na de grens wordt het behoorlijk drukker. Ook het weer verandert plots klaps. Misschien weer terug naar de andere kant van de berg? Sil heeft veel te hard ”Bella Italia” gezongen en daar hielden de weer goden niet zo van en daarom krijgen we er ook nog onweer bij. We zoeken eerst vlug een bank op om wat Lire’s te pinnen en daarna een plaats voor de nacht. Oostenrijkers houden denk ik niet van druppende motorrijders, aangezien alle hotels, pensions en “zimmer-frei” vol zijn, tenminste dat zeggen ze. Na veel zoeken zijn we op camping Antholz aangekomen. Het is droog en in een razend tempo staan onze tenten strak. Wijzelf zijn zeikus nat en dat geeft ons wel even het Jezus en Maria gevoel. Wij mannen gaan even spazieren, terwijl de meiden gaan luieren. Als wij terug zijn, lekker eten in het restaurant. Maar als we dan net willen aanlopen, barst de hel weer los. Komen we toch weer zeiknat aan in de eetgelegenheid. We eten een schnitzel met pommes en drinken een grote stevige pint. Na nog enkele van die blonde jongens, gaan we toch maar bijtijds het nestje in.
Zondag 16-8-1998 Het is droog en bewolkt als we om 8.00 uur opstaan, maar de tent is zeiknat. Dat betekent ontbijten, opruimen en weer terug op de wielen. We rijden vandaag door natuurpark Fanes-Sennes-Braies. De Fanes-Sennes-Braies is een natuurpark van de autonome provincie Bolzano . Het werd opgericht in 1980 en beslaat een oppervlakte van 25.680 hectare en is een van de grootste parken in Zuid-Tirol. Het park grenst in het noorden door de Pustertal, in het westen met de Val Badia, in het zuiden door de grens tussen Zuid-Tirol en de Veneto of met Trvenanzes val, en oosten door de Natural Three Peaks, in het bijzonder met de Val di Landro. We zien vandaag een prachtige route met wel 60 haarspeldbochten. Ook zijn er mooie stukken waar je net tussen de rotsen door rijdt. Zachtjes aan wordt het steeds warmer. Het kwik blijft ergens tussen de 31 en 35 graden steken, wat resulteert dat we om 15.00 uur een camping gaan zoeken. In Lago de Caldaro aangekomen vinden we camping st. Joseph, waar we alle natte zooi kunnen uithangen. Fuck en ik gaan wat wandelen, terwijl de meiden gaan zitten lezen. De hitte heeft ons vermoeid gemaakt en de avond verloopt verder rustig onder het genot van een koud pintje. Morgen is er weer een dag.
Maandag 17-8-1998 De zon zorgt er voor dat we om 08.30 uur de tent uit gedwongen worden. Vandaag nemen we een baaldag, de meeste mensen noemen dit een rustdag. Dit betekent dat we niet op de motor gaan, maar gaan niksen. Bah……… ‘s Morgens gaan we zwemmen in het meer. Hier ligt een platform in waar je met een trapje rustig het water in kan. Sil en Annie nemen het risico, maar als ze twee meter van het platform verwijderd zijn, zien ze allemaal kleine visjes zwemmen en dan breekt de pleuris los. De schoolslag gaat ineens drie keer zo snel, de ademhaling kun je gaan horen en de ogen bewegen wel heel snel van links naar rechts. Prachtig om te zien hoe vlug ze het water uit zijn. De bikkels. Ze weten zeker niet hoe die visjes zich voelen als zo’n groot mensen lijf een schaduw over hen heen legt. Fuck zijn we ondertussen kwijt geraakt, maar als we goed over het water kijken, zien we in de verte een air-bag op een luchtbed rond drijven. Die hebben we dus ook gevonden. Als we uitgespeeld zijn, gaan we ‘s middags wat rond wandelen tussen de druiven velden………. We lopen naar een dorpje drie km verderop. Als we na de nodige zweet aanvallen en rustpauzes aankomen, zien we dat het 37 graden in de schaduw is……………. Wiens idee was dit ??? Daarom zoeken we de eerste de beste kroeg op die we tegen komen. Het is tien minuten voor sluitings tijd, maar het oude vrouwtje ziet de blik op onze gezichten en besluit om ons toch nog te voorzien van eten en drinken. We zoeken een bank om te pinnen en gaan een kerk binnen om te biechten……………. O nee, voor de schaduw…….. Uiteraard is het terras weer en later nog een ijsje om de hitte de baas te blijven. We kopen bij een Spar nog 1,5 liter water om mee te nemen en beginnen dan aan onze terug weg. Na een uurtje stevig doorstappen en zingen, komen we kokend aan op de camping. Onderweg hebben we nog wel een regenbui zien hangen, maar da’s niet genoeg. Terwijl ik afkoeling zoek in het water, gaat de rest lezen of puzzelen. Het avond eten is karig, eieren met brood. Met deze hitte maakt het niet veel uit want erge honger hebben we met dit weer toch niet, alleen dorst. We leggen nog een kaartje, maar als die irriterende vliegjes hun weg naar ons hebben gevonden, zoeken we de tenten weer op. de dag is voorbij.
Dinsdag 18-8-1998 Het is bewolkt, maar erg benauwd als we opstaan. De tenten gaan weer in onze plunje balen en om 10.00 uur staan we weer paraat om te vertrekken naar Venetië. Het eerste stuk rijden we door de bergen, wat wel een erg mooie route is. Maar deze duurt wel heel erg lang zo en we willen aan het einde van de dag in Venetië zijn. Dus nemen we een gerichtere route. Het is nog wel bewolkt, maar hoe verder we rijden, hoe beter het weer wordt. Als ergens rustig langs het water rijden, wordt ik ineens ruw ingehaald door een Italiaanse aso. Verwonderd zie ik dat Fuck er achter aan scheurt. Nou dat betekent enkele versnellingen terug en gas er op. Deze aso haalt zo gevaarlijk in, dat hij bijna een van de meiden van de weg af reed. En dat kan natuurlijk niet. Als hij dan 2 Harleys in zijn binnen spiegel ziet, gaat de risico factor zelfs nog verder omhoog. Hij wordt ook een gevaar voor de tegenliggers………… Zou hij niet weten dat wij heel aardig kunnen zijn ? Dit gaat nog even door en als hij dan rechts van de weg een auto van de Carabinieri ziet staan, schiet hij van de weg af en stopt abrupt in een stofwolk. Wij zijn verstandig en rijden heel erg onschuldig gewoon door. Als hij zijn verhaal doet en onze meiden komen langs, is hij toch niet meer geloofwaardig. We moeten onderweg ergens bij tanken en als we weg willen start Fuck z’n motor niet. Na controle blijkt zijn accu droog te staan. We vullen alle accu’s even aan en vervolgen onze weg. Zonder verder nog meer halsbrekende toeren, komen we aan op Venezia camping Village. We bouwen onze onderkomens op en lopen wat rond: vies en goor sanitair en ontzettend oud. We eten in het restaurant op de camping en leggen later een kaartje. Verder is de dag niet interessant genoeg. Tot morgen.
Woensdag 19-8-1998 De dag begint alweer warm en het is pas 08.00 uur. We doen ons dagelijks ritueel en nemen om 10.00 uur de bus naar Venetië. Venetië (Italiaans: Venezia, Venetiaans: Venezsia) is een stad in het noordoosten van Italië. Het is de hoofdstad van de regio Veneto en van de provincie Venetië. Volgens cijfers van de gemeente zelf woonden er eind 2004 271.251 mensen, van wie ongeveer 62.000 in Venetië zelf, zowat 35.000 op andere eilanden die tot de gemeente behoren, en ruim 170.000 op het vasteland, voornamelijk in Mestre. Venetië is wereldwijd bekend om het historische centrum met zijn vele kanalen en heeft een belangrijke rol gespeeld in de wereldgeschiedenis. Sinds 1987 staan Venetië en zijn lagune op de Werelderfgoedlijst van de UNESCO. Aan de rand van de stad stappen we over in een waterbus en doen een bezichtiging vanaf het water. We hebben natuurlijk ook veel gondels gezien, maar die zijn te duur voor een ritje: FL 230,00 voor 4 personen. We hebben ook niemand horen zingen, dus ik denk dat je daar voor moet bijbetalen. We gaan uiteraard ook te voet de stad in en Venetië is een hele mooie stad. Het water heeft er wel voor gezorgd dat veel gebouwen aan een renovatie toe zijn. We slenteren naar de diverse toeristische attracties en natuurlijk is het wandelen door deze stad al een attractie op zich. Als ‘s middags de toeristen stroom echt toeneemt wordt de stad vies, aangezien dat iedereen alles maar rond laat slingeren en nergens naar kijkt, jammer. Wij nemen daarom de boot naar het Lido. Een strand strook voor de kust van Venetië. Hier zijn we naar een glasblazerij geweest en hebben daar gezien hoe ze een vaasje en een paardje blazen. Daarna mag je het zelf ook eens proberen. Is niet zo’n gezond beroep denk ik. Kun je net zo goed gaan roken…….. Later halen we in de supermarkt wat broodjes en lopen over het strand. Terwijl Fuck tot aan de knieën door het zee water loopt, houden wij enkele Italiaanse crimineeltjes in de gaten. Ze hebben het op onze tassen gemunt en wachten tot wij ook het water in gaan. We confronteren hen met het feit dat we echt wel weten wat ze van plan zijn. Als we ze een kwartiertje constant visueel hebben gevolgd, laten ze het afweten en gaan naar een volgend slachtoffer een stukje verderop. We blijven nu wel extra alert. Het was vandaag weer een warme dag met zo’n 35 graden en al het slenteren heeft ons best moe gemaakt. We zijn dan ook weer om 22.00 uur op de camping en nemen een lekker pilsje en een toetje en laten ons de dag nog eens goed door dringen. Daarna gaan we ons weer te ruste leggen.
Donderdag 20-8-1998 We staan om 09.00 uur alweer in te pakken om te vertrekken. Het ontbijt slaan we deze keer over, aangezien dit niet te vreten is. De zon doet weer z’n best en dat geeft zweet druppeltjes en een stoffige omgeving. Het is 10.30 uur als we weer richting Oostenrijk gaan. Bij een supermarkt doen we nog even wat boodschappen en dan kunnen we echt op pad. Maar dan wordt het bewolkt en ja hoor, het begint te plenzen en aan de lucht te zien houdt dit voorlopig niet meer op. Zeiknat komen we de Oostenrijkse grens over. Daar is het dan meteen tijd voor een kop koffie en kunnen we wat opwarmen. Natuurlijk moeten we door en zoeken we een Gasthof, want een tentje bouwen hebben we in deze regen geen zin in. De 1e is bezet en dus op naar de volgende. Als ik die heb gevonden, geef ik richting aan naar rechts om af te slaan. De remschijven van Annies motor zijn helemaal nat en dan moet je die eerst droog remmen. Maar daar is het te laat voor. Rakelings scheert ze langs Sil en gaat richting mij. En ook mij mist ze op een haar, alleen de plunjebaal haakt nog net achter mijn stuur. Ik schrik me rot als ineens mijn stuur rechts om klapt en ik daardoor mijn evenwicht niet meer kan houden. De motor slaat om en klapt tegen de grond. Ik maak een koprol en blijf net voor een slootje liggen. Annie is gelukkig overeind gebleven en zet hem iets verderop op de zij standaard. Allereerst de Harley overeind zetten en daarna even van de schrik bekomen. De schade valt gelukkig nog wel mee. Een koplamp kapot en het voorspatbord beschadigd en mijn ego heeft een hele grote deuk opgelopen. We rapen alles weer bij elkaar en gaan verder op zoek naar een droog onderkomen. Gasthof Hofmann Adelheid in Mittelwald ligt 5 km verder en we zijn hier van harte welkom. Als onze spullen op de kamer staan en de motoren gestald, brengt de zoon des huizes ons naar een restaurant in het dorp. We hebben tenslotte nog niets gegeten. Nadat onze buiken vol zijn, brengt een taxi ons terug, waarna we een warm bad nemen en al vroeg onder de wol kruipen.
Vrijdag 21-8-1998 De dag begint om 08.00 uur erg goed met een perfect ontbijtje. Om 10.00 uur nemen we weer afscheid van onze gastdame en gaan via de Gerlos-pas naar het Zillertal. Op de Gerlos-pas nemen we nu een kleiner weggetje. Het stijgings percentage bedraagt 17% en is erg smal. Een auto en een motor kunnen maar net langs elkaar af rijden en gelukkig staan er in de bochten veel spiegels. Dan kunnen we onze tegenliggers in ieder geval zien aankomen. Halfweg de middag zien we een McDonalds en we denken daar eens gebruik van te gaan maken, maar helaas deze is gesloten. Dan beginnen de eerste druppels al weer te vallen. Vlug een camping zoeken in het dal. Een stukje terug hadden we er al een gezien, dus vlug terug. “Camping Hell”, en ja hoor de naam zegt het al……………de hel barst los. Donder en bliksem en erg grote druppels. Nog maar net op tijd staan onze tenten en we vluchten naar de kantine voor wat drinken en een frietje. ‘s Avonds doen Fuck en ik de boodschappen en rusten de meiden uit, al weet ik niet waarvan………… Annie en ik koken voor ons vieren en als dan de afwas is gedaan, is het tijd voor een spelletje kaart. Om middernacht is het tijd voor om te gaan rusten.
Zaterdag 22-8-1998 We proberen vandaag maar eens uit te slapen, aangezien de druppels nog steeds op onze tenten vallen. Maar om 10.00 uur zijn we toch echt klaar wakker. Fuck heeft ontbijt gehaald en dan klaart het gelukkig op. we willen eigenlijk gaan zwemmen, maar het water is ijskoud. Als Fuck langs de kant van het zwembad loopt, kan ik de verleiding niet weerstaan en duw hem van achteren zo het water in………… ooit een walrus horen brullen? Nou, dan had je erbij moeten zijn. Dit betekent wel dat ik de rest van de dag erg alert moet zijn. ‘s Middags gaan we lopend naar de kartbaan, maar het zit ons niet mee en we lopen de verkeerde kant op…. gelukkig hebben we niks beters te doen. Dan zien we een McDonalds en gaan daar maar naar toe i.p.v. gisteren. Later gaan we op ons gemak weer terug naar de camping. Zo’n baaldag maakt je lui en we dutten, terug op de camping, dan ook even in. Als we wakker worden hebben de weer goden nog wat water over en die gooien ze ook nog naar beneden. We sluiten de ogen en slapen weer verder.
Zondag 23-8-1998 Eindelijk is het gestopt met regenen en dit geeft ons de kans om alles droog in te pakken. We knallen dan ook zo spoedig mogelijk richting Dachau. Het is vandaag een mooie dag voor op de motor, 22 graden en zonnig. Die vitamines hadden we net even nodig. In Dachau is het nog een hele kunst om een camping te vinden. Na 1,5 uur zoeken, hebben we er dan toch een gevonden. Als de tent weer staat, gaan we naar het restaurant. We zitten daar best goed en leggen er meteen een kaartje. We voelen ons direct thuis en als ik even achter de bar heb vertoefd, gaan we aan de schnaps. De camping manager vindt dat we wel wat muziek kunnen gebruiken, want hij wil ons wel binnen houden. Hij duikt in de bak met gouwe ouwe en zo wordt het toch nog een gezellige avond en gaan we aan het eind van de avond gezond beschonken naar de tent.
Maandag 24-8-1998 De ochtend begint slecht: het regent af en toe en het waait ontzettend hard. We pakken alles na het ontbijt gewoon weer op en gaan ondanks het slechte weer toch maar naar Dachau. Het concentratiekamp Dachau was het eerste grootschalig opgezette concentratiekamp van de SS in nazi-Duitsland. Het lag ten oosten van de Zuid-Duitse stad Dachau, ongeveer 20 km ten noordwesten van München, de hoofdstad van de nazibeweging. Het was in gebruik van 22 maart 1933 tot aan de bevrijding door Amerikaanse troepen op 29 april 1945.Het concentratiekamp werd door Heinrich Himmler, leider van de SS (Reichsführer) en politiechef van München, opgericht op het terrein van een voormalige munitiefabriek. Het was het enige kamp dat tijdens de twaalfjarige heerschappij van de nazi’s voortdurend in gebruik was. Het ontwikkelde zich als prototype voor nieuwe concentratiekampen en nam meerdere speciale posities in.Dachau was de eerste plaats in het Derde Rijk waar een SS-commandant de absolute jurisdictie toebedeeld kreeg en het normale recht met succes buiten werking werd gezet. De SS schiep "een staat binnen een staat" waarin hij politieke tegenstanders vasthield, onderdrukte, martelde en vermoordde. Eenmaal daar aangekomen, blijkt het op maandag gesloten te zijn…………We proberen toch een blik op te kunnen vangen door op de motoren te gaan staan en over de muur te kijken. Helaas, da’s ook niks. We lopen verder langs de omheining en als we weer bij de hoofd ingang aan komen, staat er een man te huilen. Hij was destijds een inwoner van dit kamp en wou het gaan afsluiten. Hij tenslotte ook niet de jongste meer. Maar toen mocht hij er niet uit en nu mag hij er niet in…….. raar. Een beetje ontdaan zetten wij onze weg voort richting het noorden. Als we 50 km hebben gereden, komt de regen met bakken naar beneden en zien we bijna niks meer. Gelukkig klaart het 100 km verder weer op, maar de lol duurt niet lang, want weer 100 km verder begint het weer ontzettend hard te regenen. Nu zijn we het zat en gaan een slaapplaats zoeken. Deze vinden we in Worms bij een jeugd herberg en we worden zelfs als jeugd geclassificeerd. We laaien de spullen af, gaan wat eten. Daarna is het douchen, wat lezen en om 22.00 uur zijn we doodmoe van de vermoeiende trip van vandaag. Slaap ze…………
Dinsdag 25-8-1998 Sil is al om 04.15 uur klaar wakker, omdat ze dacht dat Fuck op de deur had geklopt. Hij zou ons tenslotte om 07.30 uur wakker maken. Sil maakt mij wakker, want we moeten gaan. Het was nog wel erg donker, dus nadat de tijd is gecontroleerd op de video camera, gaan we weer gewoon slapen. Na een onrustige nacht wordt het dan toch echt 07.30 uur en kunnen we alsnog opstaan. Het is droog, de zon schijnt, maar het is wel frisjes. Ideaal weer om km’s te verslinden op de motor. Tussen Worms en de Nederlandse grens is er niets spannends te melden. Bij de grens overgang in Venlo nemen we een frietje speciaal met een frikandel speciaal. Dit blijft altijd een hele leuke thuis komer. Om 15.30 uur zijn weer op ons eigen honk en gaan we meteen wat dingen afwerken. De foto rolletjes wegbrengen, motor naar de garage, foto’s weer ophalen en laten zien bij Fuck en Annie. Daarna in bad, de video terug kijken en vervolgens met enkele lekkere Grolschjes achter de kiezen weer je eigen bedje in. Totaal aantal km’s 3200
-
21 Juli 2016 - 13:39
Fd:
hartstikke leuk verslag, riep wel wat herinneringen op....maar sommige ook niet, zal wel de leeftijd zijn.....
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley